Paul Cézanne
Paul Cézanne (1839-1906) beeldde niet af - hij ontleedde. Appels, baders, Mont Sainte-Victoire: elk werd een seismisch experiment in ruimtelijke constructie, schilderachtige architectuur en de emotionele fysica van vorm en volume. Als voorloper van het post-impressionisme vertaalde hij visuele sensatie in chromatische vlakken, waarbij hij de logica van het klassieke perspectief uiteenspon en de algoritmische blauwdruk voor het kubisme legde.
Zijn palet was cerebraal: aardetinten, geoxideerde groenen, vermiljoenen scheuren. Zijn penseelstreken - bewust, getesselleerd - transformeerden landschappen, stillevens en figuratieve composities in conceptuele steigers.
Vaak niet begrepen door de Salon, werkte Cézanne in eenzaamheid vanuit Aix-en-Provence, waarbij hij doeken componeerde als geologische lagen. Hij corrigeerde de natuur niet - hij herschikte de waarneming, waarbij hij licht omzette in gewicht, volume in metafysica.
Cézanne vlakte de realiteit niet af - hij naaide het opnieuw aan elkaar, zenuw voor zenuw, tint voor tint. En late erkenning kroonde hem tot een hoeksteen van het modernisme. Aanbeden door Picasso, Braque, Matisse, echoot zijn invloed in niet-lineaire compositie, kleurentheorie, formele analyse en hedendaagse abstractie.