Draden verweven met de tijd zelf—geweven echo's van verleden en heden, elke vezel een gefluisterde rebellie tegen het vluchtige. In deze collectie van stof en textiel muurkunst, ontmoet het tastbare het eeuwige. William Morris' Arts and Crafts-droom bloeit opnieuw op, zijn botanische arabesken bloeien met de stille uitdaging van een tijdperk dat het handgemaakte boven het mechanische verkoos. In elk paneel draaien kamperfoelieranken zich in labyrintische dromen, branden meidoorns met het trage vuur van middeleeuwse millefleur-tapijten, en zuchten wilgenbogen tegen het gewicht van de geschiedenis, hun vormen voor altijd buigend, nooit brekend.
Voorbij het Morrisiaanse idylle ademen zijde en katoen met de fluisteringen van wereldwijde borduurwerken en stofweefsels: de serenade van Oberkampf's Franse toile de Jouy, de statige geometrie van Russische vyshyvanka-borduurwerk, en de schitterende gouddraden van Japanse kinran-brokaat die schitteren als dageraad tegen indigo stilte. De hemelse symmetrie van Ottomaanse kaftanmotieven die opduiken in een dans van saz-bladeren en wolkenbanden, terwijl de tastbare diepte van Indiase phulkari-steken gloeit in saffraan, vermiljoen, salie en noir. Plotseling springt een mola appliqué tijger naar voren—hun felle symmetrie een dialoog tussen pre-Columbiaanse mythe en de ritmische puls van een naald die het verleden in het heden traceert. Terwijl van de krullende arabesken van Perzische textieltradities tot de folkloristische warmte van Scandinavische rosemaling-patronen, deze collectie probeert een wereld van ambacht te verweven in een enkel, betoverend visioen.
Dit is textiele muurkunst niet als louter ornament, maar als een wandtapijt van menselijke expressie—een geborduurd manuscript waar elk ingelijst stofmotief een getuigenis is van culturele afstamming, elke geverfde vezel een echo van ambachtelijke meesterschap. Van de wevers van Gujarat tot de weefgetouwen in de handen van Kyoto's Nishijin-district, patroon en pigment overstijgen hun materie om herinnering zelf te worden. Een getuigenis van aanraking, van ambacht, van de poëzie van het weefgetouw.