Indiase kunst
Geen chronologie. Een koorts. Deze collectie ontvouwt zich als een palimpsest dat midden in een bezwering wordt geopend—waar Pahari-pigmenten en Mughal-symmetrie in neoklassiek clair-obscur ineenstorten, Rajput-erotiek door postkoloniale silhouetten golft, en elk doek een devotionele breuk wordt in de illusie van een vaste identiteit. Hier illustreert Indiase kunst niet—het architecteert geheugen. Zijden jassen echoën Kanchipuram-weefgetouwen. Sandelhouten schaduwen bootsen Chola-brons na. Rajasthani afterparty's spiralen in camp-surrealisme, voordat ze terugdubbelen door Perzisch bloemmotief.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
				
			 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
