Aziatische kunst iPhone-hoesjes
Een wervelwind van neon koi en spookachtige tijgers, van goden met elektrische ogen en cowgirls die door de schemering van Edo rijden—deze collectie is een delirische botsing van verleden en heden, mythe en rebellie. Hier fladdert de delicate kunst van kachō-e tegen een achtergrond van kosmische chaos, waar Qing Dynastie silhouetten herboren worden in op-art dromen, en Meiji’s gedisciplineerde penseelstreken botsen met een punkrock-hartslag.
Draken kronkelen door zuurgetinte hemelen, hun lichamen vervormend als half-herinnerde dromen. Apen tuimelen door koortsachtige jungles, hun kattenkwaad doorspekt met surrealistische intriges. Elke penseelstreek, een paradox: oude inkt die danst met moderne visie, ukiyo-e sereniteit verstoord door de uitdagende snauw van popcultuur. Dit is waar muurgrote grootsheid de intimiteit ontmoet van ingelijste fluisteringen, waar canvasgebonden fantasieën de zwaartekracht, traditie en verwachting tarten.
Een carnaval van verschuivende identiteiten ontstaat—genderfluïde godheden, luchtcircussen, verboden romances geweven in zijde en rook. Vliegtuigen bogen over kersenbloesems; pretparken flikkeren in de gelakte nacht. Elk stuk een poort, elke blik een openbaring. Stap binnen. Het verhaal ontvouwt zich nog steeds.