Gustave Dore
Gustave Doré kerfde de eeuwigheid in hout en papier. Geboren in Straatsburg in 1832, begon hij als een wonderkind met staalgeëtste humor, en wendde zich daarna tot terreur, gratie en openbaring. Hij illustreerde de Bijbel, Dante, Cervantes, Milton, Poe—hun woorden veranderend in kathedralen van schaduw. Zijn gravures sleepten het heilige door stormen van licht, sneden goddelijkheid in materie en vulden de afgrond met textuur. Elke lijn trilde van morele koorts: engelen brandend als zonnen, zondaars kronkelend in clair-obscur, wolken gekneusd door de apocalyps.
Doré's verbeelding voedde zich met grootsheid en verdriet. Hij behandelde visie als architectuur, precisie als devotie. Critici noemden hem overdreven; de tijd noemde hem onvermijdelijk. Zijn invloed vloeide over in symbolisme, cinema en surrealisme—elk frame een waarschuwing, een hymne, een wond die nog steeds inkt ademt.